Ad Abens oplossing voor de huidige wooncrisis

Ad komt uit Eindhoven, woont al bijna 50 jaar in Oirschot. Eerst in Middelbeers en nu in Spoordonk. Hij woont in een bijzonder mooi huis aan de rand van de A58. Maar dat huis kan niet blijven staan door de verbreding van die snelweg.

Nu is Ad zeer deskundig als het gaat om huizen “monteren” en “demonteren” en dat is precies wat hij een eindje verderop gaat doen met zijn huis. Nu we het hier toch over hebben: Ad maakt zich al jaren sterk voor een Aquaduct in Oirschot: dat zal voor de hele bebouwde kom een verademing zijn. En dat er geen brug op palen komt ter hoogte van Spoordonk want zo’n brug zal veel geluidsoverlast veroorzaken voor de Spoordonkenaren. Er is berekend dat een vlakke ligging van de weg bij de beekdalpassage van de Beerze, en een ecoduct bij Moergestel de beste en goedkoopste optie is.

En verder kent Spoordonk Ad als de Bouwpastoor van de verbouwing van de Bernadettekerk naar het nieuwe gemeenschapshuis en nieuwe gymzaal, een titel die hij van pastoor Spijkers heeft gekregen.

Maar nu ter zake want we praten met Ad vanwege zijn visie op wonen. Zo’n 15 jaar geleden ontwikkelde hij een modulaire woning, opgebouwd uit verschillende modules die prefab in de fabriek worden gemaakt. Op de plek waar het huis komt worden de modules samengevoegd tot een woning. Bij deze methode is Ad geïnspireerd door autofabricage op een lopende band, dankzij zijn jarenlange ervaring als ontwikkelaar bij DAF-VOLVO. De visie van Ad biedt een snelle oplossing voor de wooncrisis, want een gemeente is ermee in staat flexibel in de spelen op de vraag naar woningen. Bij aanbod-gestuurd bouwen gaat het om verdienmodellen, en helaas valt er meer te verdienen aan de grote, duurdere woningen. Bij vraag-gestuurd gaat het om oplossingen voor iederéén in onze samenleving, ook de mensen met een minder dikke portemonnee. Hij was zijn tijd te ver vooruit en veel bedrijven zetten het concept nu in de markt, iets waar Ad trots op is.

Volgens Ad moet je bij elk nieuw te ontwikkelen woongebied meteen al een rijtje modulaire woningen neerzetten, het bestemmingsplan biedt hiertoe ruimte voor 10 jaar. Na die tijd is het gebied ontwikkeld en bekijk je wat je met de woonmodules doet. In elk geval zijn er huishoudens zo’n 10 jaar mee geholpen. Het mooie hiervan is dat Oirschot er de centen voor heeft, want er zit nog veel gemeenschapsgeld in de pot van de verkoop van het gemeentelijk woonbedrijf! Tot nu toe is er nog weinig hiervan naar de woningbouw gegaan, terwijl er wel andere duurdere bouwsels zijn verschenen.

Ad, nu ben jij lid van Sociaal Progressief Oirschot, niet alleen een sociale maar ook een groene partij met een nadrukkelijke focus op milieu en klimaat. Hoe groen zijn die modulaire woningen van jou? Ad: “Ze waren toen al energieneutraal en gas-loos, maar ook circulair. Dat betekent dat er bij de bouw al rekening gehouden wordt met hergebruik van de materialen en van hele modules. Het is houtskeletbouw en daar is hergebruik goed bij mogelijk, in tegenstelling tot bouwen met cement en beton. We móeten die kant op want met cement en beton eten we de aarde teveel op.”

Is circulair en prefab bouwen niet veel duurder dan traditioneel bouwen? Dat blijkt volgens Ad juist niet zo te zijn. ”Er is veel minder transport van materialen naar bouwplaatsen nodig, en ontwikkelaars hebben maar kort voorraad nodig door de voormontage van bouwmodules in de fabriek.”

Ad, wat is jouw advies aan de nieuwe coalitie? “Op de eerste plaats moet de politieke wil er zijn voor vraag-gestuurd bouwen”.

Enkele jaren geleden kreeg Ad nog te horen “dat we toch zeker geen kippenhokken gaan bouwen in Oirschot”. Maar gemeente, kijk eens om je heen naar wat er elders gebeurt. Op de tweede plaats vindt Ad dat de gemeente die modulaire woningen moet aanschaffen en financieren. Vraag-gestuurd. En laat woningbouwcorporaties het onderhoud en beheer doen. Op deze manier komt Oirschot veel sneller uit de wooncrisis dan nu het geval is.

Annemarie van Schoonderwalt,

Sociaal Progressief Oirschot

https://newsstand.nl/view/OirschotsWeekjournaal/20220202

Geef een reactie